Bl.0100059 - Jaarverslag en jaarrekening 2009

Eerste termijn

Voorzitter,

Een goed jaarverslag geeft inzicht in de financiële stand van zaken van de gemeente en is voor de gemeenteraad de basis voor toezicht en voor het stellen van de kaders. Bovendien krijgen we de komende tijd nogal wat dossiers op ons bord waarin de financiën een grote rol spelen. Voorbeelden daarvan zijn natuurlijk de bezuinigingen en de vraag of de bouw van Het Huis voor Cultuur en de herinrichting van het Santrijngebied financieel verantwoord kunnen worden uitgevoerd.

Voorzitter, dit jaarverslag vinden wij niet goed genoeg, omdat het voor ons niet dat inzicht biedt dat wij nodig hebben om onze taken goed uit te voeren. Waar zitten dan de problemen. Samenvattend zou je kunnen zeggen dat we onvoldoende zicht hebben op de echte financiële stand van zaken, de echte financiële risico's en de echte reserves.

Voorzitter, Gezond Burger Verstand wil daar graag extra aandacht aan besteden.

De accountant heeft ons geholpen door te becijferen dat de liquiditeitspositie van de gemeente Oosterhout er ernstig op achteruit is gegaan. En er is niet alleen sprake van een verslechtering, maar volgens alle inzichten zitten we nu al duidelijk onder een niveau dat gezond genoemd kan worden. Ons wordt dan ook geadviseerd om deze liquiditeitspositie nauwlettend in de gaten te houden. Voorzitter, een dergelijk advies nemen we natuurlijk graag ter harte. Echter, de betreffende informatie is in het jaarverslag nergens opgenomen. We vragen ons af waarom niet en we willen graag weten wat het college gaat doen om ons in de gelegenheid te stellen de liquiditeitspositie nauwlettend in de gaten te houden.

Voorzitter, in tijden van crisis wordt er een beroep gedaan op het weerstandsvermogen van de gemeente. Weerstandsvermogen zegt iets over hoe goed je in staat bent om met onverwachte tegenvallers om te gaan. Als de koelkast het begeeft, hebben we dan nog geld op onze spaarrekening om een nieuwe te kopen. Zoals de accountant al zegt: het bepalen van het weerstandsvermogen blijft een subjectieve exercitie, vooral bij het bepalen van wat je wel en niet meeneemt in de berekening ervan. Met andere woorden, vinden we het ook ok om de boot te verkopen als de koelkast het begeeft. Of vinden we het prima om de hypotheek op ons huis te verhogen. Het is onduidelijk hoe het college hier tegenaan kijkt. Daarnaast moet je natuurlijk inzicht hebben in de risico's en daar ook een kostenplaatje aan hangen. Het scheelt immers of je een of twee koelkasten hebt en of je een dure smaak hebt, of dat je met een tweedehands af kunt.

Wat die risico's betreft schiet het jaarverslag ernstig tekort. De risico's worden wel genoemd, maar de financiële consequenties blijven onduidelijk: die worden gewoon achterwege gelaten. Dat vinden we een zeer vreemde zaak en we vragen het college om daar verandering in te brengen.

Bij de - wel berekende - weerstandscapaciteit zetten wij grote vraagtekens. In het jaarverslag wordt gezegd dat het vooral gaat om vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden ingezet. In het huishoudelijk voorbeeld dus de spaarrekening. Als we de balans van de gemeente er bij nemen, wordt het grootste deel van het eigen vermogen aangemerkt als weerstandscapaciteit. Dan rijst bij ons de vraag om welke vrij besteedbare middelen het dan gaat. Het eigen vermogen van de gemeente zit immers voor het overgrote deel in zaken als gebouwen, grond-, weg- en waterbouw en andere vaste activa. Wat daar vrij besteedbaar aan is, is ons een raadsel. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de genoemde stille reserves. Aan de ene kant wordt gezegd dat ze niet verhandelbaar zijn en aan de andere kant worden ze wel opgevoerd als vrij besteedbare middelen. We hebben het gevoeld dat we op het verkeerde been worden gezet, voorzitter. Ook hier is het jaarverslag dus bijzonder onduidelijk over, terwijl een goed overzicht van de risico's en de besteedbare middelen belangrijk is voor het nemen van de juiste beslissingen.

Het gevoel van op het verkeerde been worden gezet krijgen we ook bij het gegoochel met de reserves. Het zal boekhoudkundig wel verantwoord zijn, maar het is voor het gemiddelde raadslid absoluut niet te volgen. Er wordt gesuggereerd dat we iets over hebben dat we nog aan leuke dingen kunnen besteden - of, zoals de heer Bisschop het pleegt te zeggen als het over het Huis voor Cultuur gaat, "we hebben er met z'n allen voor gespaard en daar kunnen we nu iets moois van doen". Wat hebben we dan gespaard en waar zit dat geld. Of hebben we het intussen aan andere zaken besteed en blijft alleen de politieke uitspraak over dat we zoveel geld aan een HvC willen besteden? Het is voor ons erg ondoorzichtig. Daarom vragen we ook om helderheid en transparantie te verschaffen in het gegoochel met de reserves en voor iedereen duidelijk te maken wat ze wel en wat ze niet voorstellen.

Voorzitter, het jaarverslag begint met de uitspraak dat het 't uitgelezen moment is van verantwoording, zeker ook aan alle burgers van Oosterhout. Op dit moment vinden we dit dus echt een inhoudsloze uitspraak. We vragen met klem om verbeteringen in het jaarverslag door te voeren en er voor te zorgen dat het in ieder geval voor de raadsleden een transparant verhaal wordt dat echt inzicht geeft in de financiële situatie van Oosterhout, de risico's en in het gevoerde beleid.